Ordina heeft beleggers misleid door pas op 2 oktober melding te maken van zijn interne onderzoek naar mogelijke misstanden bij aanbestedingen.

Dat stelde de advocaat van grootaandeelhouder Mont Cervin donderdag tijdens een zitting van de Ondernemingskamer van de rechtbank in Amsterdam. Volgens de automatiseerder was er echter geen sprake van concrete informatie die met de markten moest worden gedeeld.

Mont Cervin nam begin september vorig jaar een een belang van ruim 12 procent in Ordina, dat kort daarna bekendmaakte dat al in juni een intern onderzoek was gestart naar mogelijke misstanden bij aanbestedingen van de overheid. Die kwamen aan het licht door de informatie die een klokkenluider aan het tv-programma Zembla gaf.

Na de bekendmaking van het onderzoek kelderde de beurskoers van Ordina, waardoor ook het belang van Mont Cervin aanzienlijk minder waard werd.

Enquête naar gang van zaken

Volgens de investeerder heeft Ordina koersgevoelige informatie achtergehouden door het onderzoek niet eerder bekend te maken en werden daardoor de regels voor beursgenoteerde bedrijven overtreden. Mont Cervin wil daarom dat de Ondernemingskamer een enquête instelt naar de gang van zaken bij Ordina tussen mei en oktober vorig jaar.

"Ordina had zich eind augustus terdege kunnen realiseren dat zijn reputatie in het geding was", betoogde de advocaat van de investeerder. "Dat gevaar werd echter pas op het volstrekt arbitraire moment van 2 oktober gemeld. De communicatie werd afgestemd op de timing en de inhoud van een televisieprogramma en niet op wat men zelf wist."

Geen koersgevoelige informatie

In zijn verweer stelde de advocaat van Ordina dat er vóór 2 oktober geen sprake was van koersgevoelige informatie. Ordina wilde eerst onderzoeken of de aantijgingen van de klokkenluider en Zembla op concrete informatie waren gebaseerd.

Ordina besloot volgens hem op 2 oktober om een persbericht uit te brengen omdat pas op dat moment duidelijk was met welke beschuldigingen Zembla op de proppen kwam. Die bleken zo omvangrijk dat een reactie volgens het bedrijf niet kon uitblijven.

De Ondernemingskamer beslist naar verwachting binnen twee maanden of er een onderzoek wordt ingesteld.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl